Het nieuwe huwelijksvermogensrecht 2018

AGIN Otten • 17 augustus 2018

Vanaf 1 januari 2018 geldt het nieuwe huwelijksvermogensrecht [1]. Daarmee wordt de algehele gemeenschap van goederen vervangen door de beperkte gemeenschap van goederen, artikel 1:94BW.

Vanaf dat moment wordt een huwelijk standaard gesloten onder huwelijkse voorwaarden en moet je naar de notaris wanneer je juist een gemeenschap van goederen wenst. Omgekeerd dus met de situatie van vóór 2018!

In de oude situatie vielen privé goederen en privé schulden na de huwelijksvoltrekking standaard in de gemeenschap, met als gevolg dat bij een scheiding alles gedeeld werd, dus ook de voorhuwelijkse schulden [2]. In de nieuwe situatie blijven de goederen en schulden die iemand privé had ( bijvoorbeeld een banksaldo, lening, hypotheek, auto of een huis) na een huwelijk vanaf 2018 diens privé goed/-schuld. Volgt daarna een scheiding, blijven deze privé vermogensbestanddelen buiten de verdeling. Wat in de nieuwe situatie ook niet mee verdeeld wordt, zijn schenkingen en erfenissen die iemand toekomt wanneer het huwelijk gesloten wordt vanaf 2018. Die blijven dus ook in privé bezit. Enkel hetgeen ten tijde van een vanaf 2018 gesloten huwelijk individueel of gezamenlijk verdiend, gespaard cq. aangeschaft wordt, valt wel in de gemeenschap, gelijk dit ook voor een nieuwe schuld geldt.

Er zit echter een addertje onder het gras in de (veel voorkomende) situatie waarin er sprake is van voorhuwelijkse gezamenlijke goederen en\of schulden wanneer men trouwt vanaf 2018 [3]. Heeft een stel vooraf dan bijvoorbeeld een huis samen gekocht en wellicht ook samen een hypotheek afgesloten, of samen een auto gekocht enz. valt dit huis /auto / schuld ed in de gemeenschap. Let wel, de juridische duiding van gemeenschap in de zin die de wetgever daaraan toekent na huwelijksvoltrekking, veronderstelt altijd een verdeling op basis van 50-50!

Een aanschaf is echter vaak anders gerealiseerd. Een voorbeeld: de ene partner brengt 80% en de andere partner 20% aan middelen in ten behoeve van die aanschaf (bijv een huis). Het lijkt dan alsof de eigendomsverhouding 80-20 is, temeer dit ook in het kadaster zo zal zijn vermeld bij een huis. De nieuwe situatie lijkt dan zo te kunnen worden opgevat dat hetgeen vooraf van iemand was, ook van hem blijft. Treedt dit stel echter in het huwelijk vanaf 2018 en ondernemen zijn niets, dan is de impact groot, want vanaf dat moment gaat de wet van gemeenschapsbezit uit en is de eigendomsverhouding geconverteerd naar 50-50 ongeacht wat voorheen de eigendomsverhouding was! Zolang er vooraf maar sprake was van gezamenlijk bezit. De vermelding in het kadaster evenwel wijzigt niet door het huwelijk, tenzij dit stel vooraf naar de notaris gaat om dit te voorkomen.

Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor eventuele beslagleggers. Die moeten voor verhaal hier rekening mee houden. Daar komt in het nieuwe huwelijksvermogensrecht nog een implicatie bij. Kon je voorheen als schuldeiser een voorhuwelijkse privé schuld verhalen door beslag op de door het huwelijk ontstane gemeenschappelijk bezittingen, of bijvoorbeeld door beslag op het salaris of bankrekening van de andere echtgenoot, wordt dit in het nieuwe systeem ingeperkt. Wat is er aan de hand?

Een voorhuwelijkse privé schuld blijft een privé schuld wanneer een stel vanaf 2018 huwt. Verhaal op diens privé bezit blijft nog steeds mogelijk. Maar gemeenschappelijk bezit in de nieuwe situatie impliceert dat de andere partner ook daarin een aandeel heeft, die andere helft is van hem. Beslag op die gemeenschappelijke bezittingen kan dan ook nog steeds (ook als uitsluitend één partner is veroordeeld tot betaling), maar art 1:96 lid3 BW bepaalt dan wel dat de opbrengst voor de helft aan die andere partner toekomt en aan hem afgedragen dient te worden en dan voortaan buiten de gemeenschap valt. De veelal summiere executieopbrengst levert dan nog maar de helft op! De wet geeft dan ook nog een mogelijkheid voor die andere partner om de executie niet te hoeven afwachten. Hij kan dat beslagen goed voor de helft van de waarde over nemen waardoor die opbrengst ter aflossing van de schuld dient.

Uitwinning van gemeenschapsgoederen voor een privé schuld kan bovendien geblokkeerd worden door de andere echtgenoot indien deze privé goederen aanwijst van de partner die voldoende verhaal bieden art 1:96lid 2 BW.

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht zorgt aldus nog voor de nodige hoofdbrekens. Men zal meer moeten nadenken over de waarde van de executieopbrengst in verhouding tot te maken executiekosten, en over eventuele afwijkende huwelijkse voorwaarden, en of het oude of het nieuwe huwelijksvermogensrecht van toepassing is, en of een bankrekening/goed/schuld tot de huwelijksgemeenschapgoederen behoort of niet, hoe het met de eigendomsverhouding zit etc. Hoewel de wet uitdrukkelijk de bewijslast legt bij de schuldenaar [4] zal het nog een uitdaging worden en de kans op executiegeschillen wordt er mogelijk niet kleiner op.


[1] Wet van 24 april 2017 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet teneinde de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken

[2] sinds 2012 voor zover de gewezen echtgenoot positief uit de verdeling gebaat was

[3] wat voor een huwelijk geldt, geldt ook voor het geregistreerde partnerschap art 1:80b BW

[4] art 1:96 lid 6 BW

door Agin Otten 19 november 2025
Wat is executoriaal beslag? En wat is het verschil met conservatoir beslag? Ontdek het nu bij AGIN Otten.
door Agin Otten 19 november 2025
Kom er achter vanaf welk bedrag u een incassobureau kunt inschakelen en wat de voordelen zijn van inschakeling. Lees snel verder.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
door Agin Otten 19 november 2025
Ontdek wat hoofdelijke aansprakelijkheid is, wanneer je het bent en verschillende voorbeelden.
wie helpt bij een alimentatie achterstand
door Agin Otten 14 november 2025
Heeft u te maken met een alimentatie-achterstand? Dan wilt u uiteraard weten hoe u dat geld alsnog kunt innen. Maar wat doet wie, en wanneer schakelt u welke partij in? In deze blog leggen we het uit.
Veelgestelde vragen over alimentatie en incasso
door Agin Otten 14 november 2025
In deze blog beantwoorden we de meest voorkomende én praktische vragen over alimentatie-incasso en de rol van de gerechtsdeurwaarder.
door Agin Otten 14 november 2025
Alimentatie moet jaarlijks worden verhoogd met een wettelijk vastgesteld indexeringspercentage, tenzij anders is afgesproken. Wanneer indexering jarenlang niet is toegepast, kan er een aanzienlijk bedrag aan achterstallige indexatie ontstaan.
Verjaring van alimentatie
door Agin Otten 14 november 2025
Alimentatie kan verjaren, waardoor u achterstallige bedragen mogelijk niet meer kunt innen. Zowel partner- als kinderalimentatie verjaren per maandtermijn na vijf jaar.
achterstand in alimentatie, wat nu?
door Agin Otten 14 november 2025
U heeft een achterstand met uw alimentatiebetaling. Wat nu verder? Wij leggen het aan u uit.
door AGIN Otten 13 oktober 2025
Op grond van een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland mogen gemeenten niet langer structureel meer dan 5% van een bijstandsuitkering inhouden voor zowel de opbouw van vakantiegeld als voor het aflossen van beslag of terugvorderingen. Gemeenten zullen daarom de inhoudingen in verband met beslag op de uitkering niet meer maandelijks afdragen. Wat is er veranderd vanaf juni 2025? Uitkeringsgerechtigden ontvangen voortaan elke maand 95% van hun uitkering. De gemeente houdt geen aparte reservering meer in voor vakantiegeld; dit wordt ingezet voor aflossing van schulden of terugvorderingen. In plaats van maandelijkse betalingen aan schuldeisers, vindt er jaarlijks een afdracht plaats (zolang er beslag ligt op de uitkering). Wat betekent dit voor schuldeisers en beslagleggers? De bedragen die eerder maandelijks werden overgemaakt, zullen voortaan jaarlijks in mei aan de beslagleggers worden afgedragen. Belangrijk om te weten Hoewel het lijkt alsof er minder wordt afgelost, is dit slechts tijdelijk. De aflossing vindt één keer per jaar plaats. Schuldeisers ontvangen voortaan dus een jaarlijkse uitbetaling van het totaal gereserveerde bedrag.
door AGIN Otten 13 oktober 2025
Mijn naam is Neira Vejzovic en ik ben 26 jaar oud. Ik werk nu ruim een jaar met veel plezier bij AGIN Otten Gerechtsdeurwaarders, waar ik onderdeel uitmaak van het team ‘Eigen Cliënten’. Ik heb een bachelor gevolgd in Europees recht aan de universiteit van Maastricht, waarbij ik ontdekte dat het Nederlands recht mij toch meer trok. Ik heb daarom een minor gevolgd in Nederlands rechtsgeleerdheid om zo toch mijn civiel effect te behalen. Vervolgens heb ik aan dezelfde universiteit de master ‘Recht en Arbeid’ met een specialisatie in arbeid en gezondheid gevolgd, waarvoor ik op dit moment de laatste puntjes op de i van mijn masterthesis aan het zetten ben. Op kantoor behandel ik dossiers vanaf het moment dat ze aangeleverd worden tot en met het executietraject, waardoor mijn werk veelzijdig is. Daarnaast is de diversiteit in mijn dossiers ook groot vanwege de vele verschillende soorten opdrachtgevers (schuldeisers). Ook bekommer ik mij om een gedeelte van de losse opdrachten die wij ontvangen van verschillende advocatenkantoren, collega’s en andere opdrachtgevers. Dit zorgt ervoor dat het werk interessant en uitdagend is en blijft.